Doe jij niets liever dan hetgeen je doet op je werk? Beleef je plezier in wat je doet? Vind je de interactie met collega’s ook zo inspirerend? En merk je dat je doorgaans creatiever bent dan je omgeving én presteer je ook nog eens bovengemiddeld? Gefeliciteerd! Dan ben jij erg gelukkig in je werk en kun je stoppen met lezen. Dit blog is niet interessant voor jou en je hoeft niets te doen om jouw arbeidsvreugde te vergroten.

Mocht je een medewerker binnen je organisatie willen helpen om zijn of haar arbeidsvreugde te verbeteren, dan mag je uiteraard blijven plakken.

Wie ben ik en waar word ik gelukkig van?

Steeds meer bedrijven gaan aan de slag om het werkgeluk van hun medewerkers naar een hoger plan te tillen. Dat is niet voor niets, immers ‘Werkgeluk leidt tot meer winstgevendheid’, zo concludeert onder andere Shawn Anchor, auteur van ‘The Happiness Advantage’. Gelukkige medewerkers zijn creatiever, beter in het oplossen van problemen en beter in het samenwerken naar een gemeenschappelijk doel toe.

Bedrijven zouden wat hem betreft dan ook alle reden moeten hebben om het werkgeluk van medewerkers te vergroten. Maar het belang hiervan gaat veel verder dan dit. Niet alleen bedrijven worden er beter van, jij als medewerker ook. Een groter geluksgevoel leidt immers tot meer plezier en tevredenheid, meer energie, minder fysieke klachten en een beter humeur thuis, op de sportclub, of elders. Je zou kunnen stellen dat meer werkgeluk beter is voor de maatschappij als geheel. Iedereen wordt er beter en vooral gelukkiger van.

Jij staat aan het roer

Maar het is niet de verantwoordelijkheid van werkgevers alleen om te zorgen voor meer arbeidsvreugde. Werkgeluk is evenzeer de verantwoordelijkheid van de medewerker zelf. Wie datgene doet waar hij goed in is, waar hij energie van krijgt, en waarmee hij zich kan verbinden met persoonlijke doelen, is al snel gelukkiger dan iemand die dit niet weet te realiseren. Dat betekent dat je jezelf eerst moet leren kennen. Wie ben je? Wat wil je? Waar word je gelukkig van? En waarom doet je wat je doet?

Volgens de Britse consultant en veelgevraagde spreker Simon Sinek is dat laatste de ‘why’, ofwel de kern van de Golden Circle. Het antwoord op deze vraag biedt inzicht in de waarden, passies en drijfveren van mensen. Dat is dus waar de sleutel tot geluk zich volgens hem bevindt. En dat is ook precies waarom medewerkers hier zelf mee aan de slag moeten. Zij weten als geen ander wat hen wel of niet gelukkig maakt. En zij zijn als geen ander zelf in staat om hun gevoel van werkgeluk naar een hoger plan te tillen.

Welke waarde voeg jij toe met je talent?

Als je je persoonlijke WHY weet af te pellen dan zet je je talent ook maximaal in. En daar word je echt gelukkiger van. Het blijkt toch lastig voor medewerkers om na te denken over persoonlijke waarden en drijfveren. Medewerkers kunnen zomaar in een sleur belanden in hun werk. Op de automatische piloot functioneren of gewoonweg niet weten wat ze willen. Doe je wat je al jaren doet en kies je daarbij voor de veilige weg? Of bevraag je je regelmatig over de koers die je vaart? Doe je daadwerkelijk waar je blij van wordt? Als je talent hebt als ondernemer, heel hard werkt, een sterk wenkend perspectief kan geven aan je medewerkers en uitdraagt wat je zegt en vindt, dan kun je veel geld verdienen. Maar dan…

Sir Richard Branson, Britse zakenman, miljardair en oprichter van Virgin Group, zegt hierover: “Het hebben van veel geld, brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Iets creëren en betekenen voor de wereld om je heen en het geld niet verspillen, vind ik heel belangrijk. Iets waardevols toevoegen met dat geld, geeft mij voldoening”. En wat blijkt uit onderzoek dat medewerkers die bij een organisatie werken met een duidelijke ‘purpose’, een helder maatschappelijk doel voor ogen en daaraan kunnen bijdragen, gelukkiger zijn dan bij bedrijven die dat niet of nauwelijks hebben geformuleerd.

Geïnspireerd door wat Branson zegt, kijk ik zijn bezoek aan College Tour uit 2011 terug. De kern van dat interview wil ik graag delen en geeft misschien een van de vele antwoorden op de vraag: Hoe word jij gelukkiger van je werk? Drie mooie inzichten:

Blink uit

Als je om wat voor reden iets niet kunt, een beperking hebt (bijvoorbeeld zoals Richard dyslectisch is), zie dat als kans om uit te blinken in iets anders. Kun je moeilijk lezen? Delegeer dan? Ben je een rasechte ideeën creator, maar vind je de uitvoering lastig? Verzamel mensen om je heen die beter zijn dan jij in de implementatie van je ideeën.

Geloof in wat je doet

Maak plezier in je werk dan vergroot je de kans op succes. Er zijn tal van succesvoorbeelden van ondernemingen die in staat waren om te groeien. Vaak kwam dit doordat vanuit een heldere visie medewerkers geloofden in wat ze deden. Medewerkers die hun werk zinvol vinden, gecommitteerd zij en zich betrokken voelen bij wat ze doen, dragen aanzienlijk meer bij aan het succes van je organisatie. Zorg dan ook dat je mensen om je heen verzameld die net zo geloven in wat ze doen als jij.

Creëer dingen

Veel geld verdienen of ondernemer zijn is geen doel op zich. Wil je vreugde halen uit wat je doet en succesvol zijn, creëer dan dingen die het verschil maken in mensenlevens. Dit klinkt wellicht wat groots, maar het hebben van een ‘purpose’, een doel helpt om zowel uit te blinken en plezier te hebben in wat je doet en uit te delen van je succes.

Kortom: Creëer, doe waar je goed in bent én waar je plezier in hebt, dat geeft arbeidsvreugde! Wil je het gehele interview terugkijken, klik dan op deze link: https://www.youtube.com/watch?v=LZLJeItd-vM

Het einde van het jaar is in zicht en de meeste mensen die ik spreek hebben het ‘druk’. Goh! Druk is een woord dat we vaak in de mond nemen. Is dat in deze periode misschien terecht?

Is druk zijn voor Kerst nou echt zo belangrijk?

We maken ons allemaal weer erg ‘druk’ over het Kerstdiner, wie er worden uitgenodigd aan de dis, familieverhoudingen worden besproken, wat gaan we eten en wat doen we aan? De discussie over de kalkoen laait weer op en die jurk van vorig jaar kan écht niet meer… Deze keer geen filerijden op de A27, maar gewoon in de buurtsuper. En klagen, veel klagen over hoe druk we het hiermee hebben. Druk met inkopen doen voor de Kerstdagen (de hamsterweken zijn er niks bij) en straks met Oud & Nieuw gaat er weer voor miljoenen de lucht in.

Note: Volgens het World Food Programme zijn er 795 miljoen mensen in de wereld voedselonzeker. Dus ik stel voor dat we het onderwerp ‘druk zijn met Kerst’ even laten voor wat het is.

Verlaten camping versus vrijstaande villa

Iets anders: Wat voor jaar heb jij gehad? Blik je terug op wat er voor jou belangrijk is geweest in het afgelopen jaar? Op welke kruispunten heb jij gestaan? In je werk? In je relatie of gezin?

De decembermaand voelt soms wat magisch. De winter breekt door, de natuur gaat in een overlevingsstand (en mensen lijken daarin mee te gaan… oh sorry off topic, ik zou het erbij laten) en we strekken ons alweer voorzichtig uit naar het nieuwe jaar. Maar hoe sluit jij dit jaar af?

Als ik in mijn persoonlijke leven kijk, dan zijn er mensen waar de Kerstboom niet blij wordt opgetuigd. Daar is de magie écht niet aanwezig. Zij hebben hun geliefde verloren, zijn ernstig ziek geworden, of zijn door een brand hun huis kwijt geraakt en moeten het doen met een verlaten camping. Tuurlijk is er ook blijdschap en vreugde om het verwelkomen van een nieuw gezinslid, een promotie waar je al jaren naar uitkijkt, een huwelijksvoltrekking of de oplevering van een vrijstaande villa.

Ik weet het nagenoeg zeker. Het zullen herkenbare situaties zijn en we weten allemaal dat het leven niet maakbaar is. Is het dan juist niet belangrijk om deze periode zinvol te besteden en eens wat vragen voor jezelf op de hand te nemen?

Trage vragen

De vragen: Wat laat je achter in 2017 en wat neem je mee naar 2018 zijn trage vragen. Vragen die je jezelf zomaar niet kan stellen, omdat je te druk bent met het uitzoeken van die kalkoen (sorry, nou doe ik het weer…).

Het nadenken over deze vragen, brengt mij wel even bij mezelf. Ze zijn ook niet eenvoudig te beantwoorden. Wat is er allemaal gebeurd in het afgelopen jaar? Nou, heb je even?! Wat ik in ieder geval wil achterlaten is ‘minder zeuren’ over wat er niet goed gaat of over ‘druk’ zijn/hebben/voelen/doen. Wat ik ook wil achterlaten is energie stoppen in zaken of mensen die mij uit mijn ‘positieve flow’ halen. Ongeveer 40 uren per week besteed ik aan mijn werk, dat mag dan ook best iets zijn waar ik gelukkig van word toch?

En wat neem jij mee naar 2018?

Twee dingen waar ik in ieder geval heel dankbaar voor ben en graag meeneem naar 2018. In de eerste plaats dat mijn dochter en ik gezond zijn. Dit behoeft geen toelichting. In de tweede plaats: de keuze om het prachtige Buro Heron neer te zetten waar met passie gewerkt wordt aan het terugbrengen van het ‘werkgeluk’ in Nederland. Waar we medewerkers ook in 2018 gaan inspireren met onze bevlogenheid om te gaan doen wat ze het liefste doen, daarin bewust keuzes te helpen maken, zodat hun werkgeluk vergroot wordt.

Deze twee niet geheel onbelangrijke zaken neem ik dan ook met liefde mee naar 2018. En nog heel veel meer dingen waar ik blij van word. En jij? Wat neem jij mee naar 2018?

In het vergroten van je werkgeluk speelt persoonlijk leiderschap een belangrijke rol. Twee woorden die we vaak horen, maar ga er maar aanstaan!

Soms zitten dingen in de weg

Toen ik circa 10 jaar geleden bedacht om voor mezelf te beginnen, had ik steeds een excuus om het vooral een idee te laten zijn en het niet daadwerkelijk te doen. “Er zijn al zoveel trainingsbureaus” of “Dat gaat me toch nooit lukken” of “Straks heb ik onvoldoende inkomen”. De belemmerende overtuigingen waren sterk dus maakte ik 7 jaar geleden de overstap naar een internationale organisatie. Het internationale aspect lonkte, een specialistisch bureau in plaats van de ‘alleskunner’ vond ik ook wel wat en het klonk wel sexy: Een internationale carrière. Maar het systeem waar ik in belandde, de traditionele hark van lagen en politiek maakte me echt ongelukkig in mijn werk. Er waren eilandjes, een sterke ‘IK’-cultuur en veel ‘moeten’, terwijl ik juist graag verbinding maak met collega’s, co-creëer en autonomie belangrijk vind.

De veilige route of kiezen voor het onbekende

Voor de rust op mijn CV heb ik het 2 jaar volgehouden. Het kostte me veel energie en mijn leuke klanten hielden me op de been. En weer popte het idee op om mijn eigen onderneming te starten. En ook toen bleef het bij een idee. Dit keer was het excuus: een dure scheiding en als alleenstaande moeder ga je geen risico’s nemen, toch?! Ik koos voor de veilige, vertrouwde weg (overigens heb ik daar geen spijt van gehad) om voor de derde keer bij vds te gaan werken. Dat leverde goede gesprekken op, want wie gaat er nu drie keer bij eenzelfde bedrijf werken. Ik dus! Leuke collega’s, een inspirerende eigenaar en veel vrijheid. Daarnaast heb ik fantastische projecten mogen doen en heel mooie, verdiepende klantrelaties opgebouwd. Allemaal aspecten die hebben bijgedragen aan mijn werkgeluk.

Gedreven door waarden

Pas toen mijn persoonlijke drivers een andere kant op gingen en het hier en daar ging schuren op waarden en kwaliteit ging ik bij mezelf te rade. Pas toen ging ik wikken en wegen en durfde ik eindelijk al mijn zekerheid los te laten en de stap te maken naar eigen ondernemerschap. En zelfs bij dat besluit heb ik anderen nodig gehad die me stimuleerden om het daadwerkelijk te gaan doen. Tuurlijk had ik kunnen kiezen voor een salesmanagers job met een spannend salaris of had ik me kunnen aansluiten bij (weer) een ander trainingsbureau, maar ik voelde dat ik daar niet per se heel gelukkig van ging worden. Soms is een stap terug doen nodig om vooruit te komen. Kiezen voor het onbekende en regie nemen over je eigen werk voelt ook zo goed! Vooral het aspect om dicht bij jezelf en je eigen waarden te blijven maakt de keuze krachtig. En zo geschiedde.

Daadkrachtig het roer om

In mijn zoektocht naar inspiratie op het thema werkgeluk en hoe anderen invulling geven aan de pijler persoonlijk leiderschap, kwam ik een verhaal tegen van een boer uit Thailand die het drukke Bangkok is ‘ontvlucht’ omdat hij het gevoel had veel te hard te werken en zijn leven almaar moeilijker werd. Zijn naam is Jon Jandai en heeft inmiddels zijn verhaal gedeeld met de wereld via diverse tv-programma’s en op TedEx.com. In zijn tijd in Bangkok verdiende hij slecht, werkte 10 uur per dag en had weinig te eten en nauwelijks tijd voor zichzelf.

Hij had grote zorgen om zijn familie, die hij moest onderhouden. Hij had het gevoel dat dit is waar hij voor bestemd was. Hard werken, een moeilijk leven en veel zorgen. Er kwam een punt waarop hij dacht: ‘Waarom werk ik zo hard? Mijn leven is moeilijk. Dat was een omslag en hij toonde lef en daadkracht en het roer ging om.

We willen in het leven meer, meer, meer en we streven naar succes. Maar wordt het er leuker op? Maken we nog wel bewust keuzes als het om werk gaat? Of laten we ons leiden door wat anderen daarin belangrijk vinden of van ons vragen? Blijven we zitten op een job die niet brengt wat we hopen uit angst voor het onbekende?

Jandai ging terug naar het platteland. Hij had geen huis, geen opleiding en 7 jaar heel hard gewerkt. Hij had weer tijd om bij zichzelf te zijn. Tijd om zichzelf te begrijpen en zichzelf te leren kennen en te overdenken: Wat wil ik nu echt?

Het leven wordt eenvoudiger

Omdat hij tijd over had, hij had immers geen baan meer, ging hij zelf een huis bouwen. Een vriend van hem, Universitair geschoold en hard werkend had een huis, hij moet er alleen 30 jaar voor werken. Jandai heeft er 2 maanden over gedaan om zijn eigen huis te bouwen. Hij legde ook een tuin aan en verbouwde er groenten en rijst. Het onderhoud van zijn tuin kost hem 15 minuten per dag. Hij had een vijver gemaakt waar genoeg vissen in konden. Zo had hij een dak boven zijn hoofd, eten en drinken en meer tijd dan ooit. Hij voelde zich vrij, had geen zorgen, minder angst en zag de schoonheid van het leven weer. Zijn leven is eenvoudig.

Blijven vragen

De vraag blijft bij mij resoneren na het bekijken van het inspirerende verhaal van Jandai. Wat wil ik nu echt? En deze vraag wil ik steeds blijven stellen op kruispunten. Wat is nu van waarde in mijn leven? Waar wil ik mijn tijd en aandacht aan besteden? Dit zijn trage vragen waar ik op hem moeten kauwen en dan is er een moment dat het antwoord je invalt. En ook ten aanzien van mijn werk stel ik mezelf geregeld vragen. Over opdrachten bij klanten. Over samenwerkingspartners en hoe ik mij verhoud tot mijn werkgever. Deze laatste vraag heeft mij geholpen in mijn persoonlijke keuzes. Connect met jezelf, met anderen en maak bewust keuzes die blij makend zijn. Zo is het leven makkelijk en kies je voor jezelf. Laat je niet leiden (of lijden) door een schijnzekerheid en vind weer geluk in wat je doet.

En nu staat er het prachtige Buro Heron waar we met bevlogen trainers, coaches, facilitators, professionele acteurs en theatermakers waarde brengen bij onze klanten. Omdat ik geloof in werkgeluk en ik na zoveel jaar ervaring precies weet wat daarvoor nodig is. Waar we medewerkers in beweging zetten, ieder op zijn/haar eigen manier. Waar we het werkgeluk vergroten door te prikkelen, te inspireren, te verrassen en door medewerkers concrete stappen te laten zetten in hun persoonlijke ontwikkeling. Stappen die impact realiseren. Hoe gaaf is dat?!

Dus dank Jon Jandai. Met mijn werkgeluk zit het wel goed aankomende jaren. Nu dat van jou nog!

Als we het over teamsamenwerking hebben, waar hebben we het dan eigenlijk over? Soms wordt er over een team gesproken terwijl er helemaal geen afhankelijkheidsrelatie blijkt. We spreken snel over een team, terwijl een groep mensen die in een organisatie samen werkt echt iets anders is dan een team. Een team vraagt immers toewijding, focus en discipline en het is steeds opnieuw hard werken.

Bij echte teamsamenwerking is er sprake van een zekere vorm van afhankelijkheid, een niet te onderschatten element. Je hebt elkaar nodig om een doel te realiseren. Dan is het noodzakelijk dat je elkaar verstaat, vertrouwt, elkaar volgt en opbouwend bekritiseert op zijn tijd. Hoe je dat kunt doen, lees je in dit blog.

Complementariteit in teams

Een team vol harde werkers klinkt ideaal. Maar dat is niet zo, blijkt uit onderzoek van Belbin. In zijn onderzoek ontwikkelde hij een soort monopoliespel voor teams van vier mensen. Hij stelde teams samen met overeenkomstige karakters en teams waarbij karakters verschilden en complementair aan elkaar waren. Wat bleek? Succesvolle teams bestaan uit mensen die elkaar verrijken én tegengas kunnen bieden. Teams met bijvoorbeeld louter visionairs hadden de prachtigste ideeën, maar kwamen nooit tot een praktische uitwerking.

De piramide van Lencioni

Neem je als team regelmatig de tijd om stil te staan bij je manier van functioneren, communiceren en samenwerken? Als je als team wilt verkennen hoe hecht je daadwerkelijk bent met elkaar en hoe je kunt ontwikkelen, kijk dan eens naar het beproefde en praktisch te hanteren model van Lencioni.

piramide Lencioni

Vertrouwen creëren de grootste uitdaging

Het is niet voor niets dat de piramide van Lencioni start met het fundament: vertrouwen. Is dat niet een basis voor elke relatie? In ieder geval voor het bouwen aan succesvolle teams is vertrouwen een must. Dit bouw je op met vallen en opstaan, tenminste als je leidinggevende het toelaat om fouten te maken en openheid binnen het team stimuleert. Vooral door hierin het goede voorbeeld te geven.

We herkennen allemaal de drukte bij het koffieapparaat en het fenomeen ‘oeverloos vergaderen’. Het is heel gemakkelijk om je mening te geven en te praten over elkaar. Criticasters (zoals ikzelf) vinden overal wat van, maar oplossingsgericht denken en handelen is een ander verhaal.

Geen ruzie, wel boeiende discussies

Confrontaties aangaan is de vervolgstap. Dit betekent niet dat je elkaar de hele dag op de huid zit of ruzie maakt. Dit betekent wel dat je een positief kritische houding aanneemt en scherpte kan aanbrengen in bijvoorbeeld overlegsituaties. Om op een constructieve wijze voor je mening op te komen is vertrouwen wel echt noodzakelijk.

Implementatiekracht door betrokkenheid

Als de zaken op tafel komen, zoals ze daadwerkelijk zijn, dan kunnen discussies, vergaderingen, projectmeetings ineens ergens toe doen. Hiermee bedoel ik dat vanuit vertrouwen en openheid een basis gelegd wordt om het goede gesprek met elkaar te voeren over lastige thema’s. Als je als team bereid bent om hierin tot het gaatje te gaan, worden de besluiten ook in gezamenlijkheid genomen. Lencioni benadrukt dat daarmee de implementatiekracht van de ideeën vele malen wordt vergroot. Daarmee word je als team effectiever dan tevoren.

Spannend: het nemen van verantwoordelijkheid

De vierde laag van de piramide van Lencioni vind ik de meest boeiende. Sterker nog, ik zie in de praktijk veel teams de mist in gaan op dit onderdeel. Het nemen van verantwoordelijkheid. Hier heeft een leidinggevende ook wat in te doen. Enkel en alleen inzichtelijk maken en/of belonen van de individuele prestaties draagt niet bij aan het teamresultaat.

Heb zelf ervaren hoe frustrerend het kan zijn als zichtbaar wordt dat individuele prestaties en beloningen mijlenver uit elkaar liggen. Dan voelt het niet als een teameffort. We kennen allemaal wel de collega’s die achteroverleunen en tijd over hebben. Die gericht zijn op zichzelf en zich niet per sé heel druk maken over het collectief. Omdat de klus toch wel geklaard wordt door degene die net even een tandje bijzet als het moet.

Het devies: maak concrete doelen en afspraken hoe deze in gezamenlijkheid te realiseren. Geef teambeloningen en stimuleer eigenaarschap, creativiteit en lef. En het sleutelwoord hierbij is transparantie.

De moed om aan te spreken

Okay, we hebben dus vertrouwen, het aangaan van conflicten en betrokkenheid als ingrediënten voor succesvolle teams. Als dat op orde is, ga je aan de slag met het nemen van verantwoordelijkheid. Wat gebeurt er als deze niet of onvoldoende genomen wordt binnen het team? Wat doe je dan? Je kunt een collega nog zo leuk vinden of er zelfs een vriendschappelijke band mee hebben opgebouwd, maar het is zaak om de ander waar nodig ook aan te durven spreken.

Een succes vieren, het delen van ongemakken binnen je team of over je baas, het geven van een compliment is niet zo moeilijk. Maar het geven van constructieve feedback over het nakomen van afspraken (dan houd ik het nog simpel) blijkt soms erg lastig. Het aanbrengen van focus en een bepaald ritme inbouwen in je teamoverleg kan helpen. Bij deze momenten gaat het erom dat je voorbereid bent op dat wat je had beloofd aan jezelf en je teamleden. Als je dit in een goede sfeer kan bespreken met elkaar, naar elkaar luistert en bevraagt dan kom je samen verder.

Succesvolle teams gaan voor resultaat

Als je als team bovenstaande goed inregelt, dan ben je een eind op weg naar het beoogde resultaat. Het vasthouden van een formule is nog de enige uitdaging die je als team te gaan hebt. Het kan helpen om hierbij als team te reflecteren op lessons learned, zodat je die kan meenemen op je weg naar duurzaam resultaat.

Vergeet niet elkaar te waarderen voor ieders inbreng en vooral te benoemen wat goed gaat. Gun elkaar ook individueel succes. Het is soms makkelijk om iemand af te branden, maar wil je succes beleven, maak elkaar dan groter. Groter door te complimenteren, door te investeren in de relatie, in elkaar en te zien wat er is.

De impact van technologische ontwikkeling is groot voor de inzet van human capital. De komst van de vierde (industriële) revolutie heeft vergaande impact op hoe er geleerd wordt. Kijk naar de opkomst van Steve Jobs scholen. De leerlingen op deze school zijn in de toekomst onze nieuwe bestuurders. Zij leren niet uit boeken, maar op IPads. De leraar is er om te coachen en te faciliteren. Niet om te zenden en theorie over leerlingen uit te storten. Let wel: generatie Z zegt: ‘Hook me, seduce me or you’ll loose me!’.

Loskomen van ‘klassikaal’ leren

Wat betekent dit voor leren en ontwikkelen binnen corporates die vergaande veranderingen doorvoeren om hun business efficiënter en met de nodige kostenbesparingen uit te kunnen voeren? Het aanbieden van traditionele trainingsprogramma’s (“de klasjes”) of een korte injectie past niet meer in het huidige leerlandschap. Daarnaast is er vaak geen geld (meer) voor om dergelijke grote investeringen te doen.
Maar wat dan wel. Tenslotte wil je je medewerkers ook klaarstomen voor de nieuwe werkelijkheid en de gewenste gedragsverandering die daarbij hoort. Niet investeren in je human capital is ook geen optie.

Continu experimenteren en reflecteren

Elke manager zal herkennen dat gecommitteerde medewerkers die hart hebben voor de zaak effectiever zijn en meer bijdragen aan het resultaat, dan mensen die onvoldoende intrinsieke drive ervaren bij de uitoefening van hun job (zie bijvoorbeeld de onderzoeken die Gallup hierin heeft gedaan).

Commitment van medewerkers krijg je niet alleen door het (aan)leren van vaardigheden en het verwerven van kennis. Om een daadwerkelijke gedragsverandering te bewerkstelligen is continu experimenteren en reflecteren op wat je aan het doen bent zeer relevant. Gelukkig dat steeds meer bedrijven nadrukkelijk willen dat de return on investment van opleiding en ontwikkeling zichtbaar moet worden en kostenbesparingen in de slipstream meegenomen moet worden.

Leren leren door kort cyclisch te reflecteren

Voor een daadwerkelijke verandering is een concrete toepassing naar de praktijk nodig, waarbij impactvolle interventies, persoonlijke groei en aantoonbare resultaatsverbetering noodzakelijke ingrediënten zijn.
Maar een goede, realistische vertaalslag naar de praktijk is moeilijk te maken. Nieuwe gedragspatronen slijten immers alleen in omdat je iets vaak doet, kort cyclisch bezig bent en leren reflecteren en te verdiepen op je leerervaring. Stretchen en structureel micro feedback ontvangen (bijvoorbeeld voor een bepaalde effectieve periode van 21 dagen) zijn hierin behulpzaam. Leren moet en kan weer leuk worden als je op zoek gaat naar creativiteit, originaliteit en flexibiliteit.

Daar moet je als Learning & Development Specialist wel lef voor hebben om af te stappen van de vaak traditionele trainingsaanpakken. Een prachtige, innovatieve methodiek, waarin principes zoals ’70-20-10- en ‘Action learning’ centraal staan is die van Perflectie. Deze methodiek wordt tevens ondersteund met een interactief, online platform.

Bewezen methodiek die je uitdaagt

Perflectie stimuleert het informele leren in de praktijk van medewerkers. De methodiek helpt hen dan ook om persoonlijke doelen op te knippen in haalbare stappen en hierop stelselmatig te reflecteren. Ze ontvangen daarbij micro-feedback uit hun omgeving en ze bereiden zich wekelijks voor op de voor hen uitdagende momenten.

Er zitten 3 eenvoudige voordelen aan deze tool:

  1. Kort & krachtig: Medewerkers ontwikkelen zich effectief en aantoonbaar in 1 minuut per dag.
  2. Continuous mobile learning: Medewerkers ontvangen regelmatig en frequent micro-feedback uit hun omgeving.
  3. Inzicht in voortgang: De ontwikkeling en voortgang van medewerkers is inzichtelijk voor de organisatie.

Het lef om ermee aan de slag te gaan

Is het dan écht zo simpel? Hier is geen eenduidig antwoord op te geven, omdat de feedbacktool an sich vrij eenvoudig is en zeer toegankelijk in gebruik. Echter, het vraagt van jou als medewerker (en lees hier vooral alle gebruikers, dus ook leidinggevenden in), kwetsbaarheid én moed om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan.

Hier een voorbeeld uit de praktijk: Een manager moet leren omgaan met een nieuwe aanpak van performance management. Hij voert dus een ander gesprek met zijn/haar medewerker dan voorheen, meer vanuit verbinding, gericht op talentontwikkeling en kwaliteit en minder vanuit output en KPI’s. Als je dat als manager niet gewend bent, kunnen dit spannende gesprekken zijn.

Met Perflectie vraag je aan je medewerkers na afloop van het gesprek via een feedbacktool op je telefoon om feedback te geven op het gesprek. Direct en confronterend.

Mijn ervaring met Perflectie is dat de impact van daadwerkelijke verandering groter is dan bij een traditionele aanpak. Ook zie je nadrukkelijk de persoonlijke groei per individu en als team in het geheel en tot slot: resultaten zijn aantoonbaar.

Wat doe jij voor werk?

Waarom is deze vraag lastig te beantwoorden? Waarom is het belangrijk om hier überhaupt een antwoord op te kunnen formuleren?
In een eerder blog over werkgeluk heb je kunnen lezen hoe belangrijk het is om te geloven in wat je doet. Maar dan is het ook fijn om eerst te weten wát je wilt doen.

Je levensdoel in 5 minuten

Adam Leipzig, (CEO van Entertainment Media Partners en voormalig VP van Disney) geeft aan dat je in 5 minuten antwoord op de vraag kan krijgen: Hoe kom ik achter mijn levensdoel, mijn purpose? Bekijk hier de TedEx: Adam Leipzig over het formuleren van je levensdoel

In zijn TedEx formuleert hij 5 korte vragen. De grap is dat ze zo kort zijn dat je mogelijk denkt, waar blijft de verdieping en wat kan ik er eigenlijk mee. En toch blijken deze vragen niet allemaal eenvoudig te beantwoorden. De vragen zijn:

  1. Wie ben je?
  2. Wat vind je leuk om te doen?
  3. Voor wie doe je dat?
  4. Wat willen zij of hebben ze nodig?
  5. Hoe heeft het hun leven veranderd?

De eerste vragen zijn nog vrij simpel, die gaan immers over jezelf. De laatste vragen gaan over anderen. Dan wordt het lastiger. Die vragen dwingen je namelijk om je blik naar buiten te richten. Die geven richting aan je doel. Hiermee denk je na over jouw toegevoegde waarde en van waaruit je de dingen doet. Maar dat is spannend!

Doen waar je blij van wordt

De meest succesvolle mensen zijn gefocust op andere mensen en hoe hen gelukkiger te maken. Zij creëren dingen die het verschil kunnen maken voor anderen. Dit bleek ook al uit mijn eerder blog waarin Richard Branson een vergelijkbaar statement maakt. (link naar ander blog)

Toch zijn veel mensen ongelukkig in hun werk. Zo ook oud studiegenoten van Leipzig die hij ontmoette tijdens een reünie. 80% van zijn oud studiegenoten bleken niet happy te zijn in hun werk. De 20% die wel gelukkig waren in hun werk, hadden zich veel minder gericht op het halen van hoge cijfers, het behalen van nog meer diploma’s, maar volgden de colleges die ze leuk vonden en gingen ook werk doen waar ze blij van werden.

Waarom is het voor veel mensen dan toch lastig om de vraag: Wat doe jij voor werk? te beantwoorden. Ik herken dat wel bij mezelf. Als ik op een feestje ben en er wordt aan mij gevraagd wat ik doe, vertel ik doorgaans iets over mijn bedrijf, wie mijn gesprekspartners zijn, het liefst beginnend bij de Raad van Bestuur en dat ik GROTE bedrijven adviseer bij het ontwikkelen van mensen (goed voor mijn ego). Maar wat zegt dit nou over het plezier wat ik heb in m’n werk? Helemaal niks. Is dit dan wat ik wil dat mensen van mij onthouden over wat ik doe in mijn werk? Nee toch!

Persoonlijke elevator pitch

Wat zegt Leipzig hierover? Beantwoord de laatste van de 5 vragen, namelijk: Hoe heeft het hun leven veranderd? Welke impact heeft je werk op anderen? Daarmee beantwoord je de vraag wat je doet voor je werk. Dan zeg je niet: Ik geef training aan mensen, nee dan zeg je: Ik draag bij aan jouw werkgeluk. Dan zeg je niet: Ik maak het gebit van mensen schoon, nee dan zeg je: Ik laat mensen weer stralen. Of: Ik geef kinderen hun dromen, in plaats van: Ik schrijf boeken.

Zo heb je meteen je persoonlijke elevator pitch te pakken én ben je verzekerd van een goed gesprek. Want je krijgt dan uiteraard vragen als: Hoe maak je mensen dan blijer? Hoe geef je kinderen dromen? En zo krijg jij de kans om jouw purpose in je leven te delen met anderen!

Leiderschap

Authentiek leiderschap. Coachend leiderschap. Moedig leiderschap. Situationeel leiderschap. Nieuw leiderschap. Resultaatgericht leiderschap. Wendbaar leiderschap. Business leiderschap. Duurzaam leiderschap. Effectief leiderschap. Inspirerend leiderschap. Onzichtbaar leiderschap. Verbindend leiderschap.

Voor welk leiderschap kies jij?

En? Voor welk leiderschapsstijl kies jij? Gaan we voor het resultaat? De verbinding? Het tonen van moed of denk jij het zonder leiderschap wel af te kunnen? Stel je jezelf wel eens de vraag waarom jij leidinggevende bent? Van waaruit je leiding geeft? Wat daarbij belangrijke waarden zijn? Is de leiderschapsstijl die van je gevraagd wordt vanuit organisatieperspectief of vanuit je persoonlijke drijfveren? Het zou mooi zijn als daar een match te vinden is.

Daarom voeg ik graag aan bovenstaand lijstje een noodzakelijke term toe, namelijk bezielend leiderschap. Omdat ik geloof dat leiding geven gaat om authenticiteit en verbinding en niet om modelletjes, structuren of gestoeld op een populair managementboek. Het steeds weer opnieuw introduceren van een ander leiderschapsmodel maakt van je managers echt geen betere leidinggevenden en het levert je organisatie weinig productiviteit op.

Laten we eens in vogelvlucht naar enkele ingrediënten van leiderschapsmodellen van de afgelopen jaren kijken.

Het belang van een wenkend perspectief

We weten het vast nog wel, “De zeven eigenschappen van effectief leiderschap”. In de jaren ’80 was het toen baanbrekende boek van Steven Covey hot and happening. Miljoenen mensen lazen wereldwijd zijn boek, spraken erover, schreven en discussiëren erover. Dit boek was meer dan een handreiking voor managers hoe leiding te geven aan anderen. Het is zeker ook toepasbaar voor mensen die willen werken aan hun persoonlijk leiderschap. Toen al sprak Covey over het belang van het voor ogen hebben van een einddoel, een wenkend perspectief. Het geeft medewerkers houvast, motivatie (in ieder geval op korte termijn), je wordt in staat gesteld je resultaten te meten en het kan een gevoel van trots geven bij het bereiken van je doelen.

Oog voor diversiteiten in een organisatie

Een andere eigenschap die Covey heeft uitgewerkt in zijn boek, is het creëren van synergie door heldere inzichten en het kunnen toelaten van creativiteit binnen je organisatie. In de praktijk zie ik dat veel managers hiermee worstelen, zeker als het spannend wordt, schieten ze in de kramp door grip te willen behouden en gaan sturend leiding geven. Een stijl die het ondernemerschap de kop in kan drukken en medewerkers doorgaans passief maakt.

Jaren geleden probeerde Blanchard het over een andere boeg te gooien, met oog voor diversiteit in organisaties. Situationeel Leiderschap II was een populair leiderschapsmodel dat veel grote organisaties implementeerden. Blanchard was minstens zo steekhoudend als Covey en praktisch te hanteren. Ik ben nog steeds fan!

Stijlflexibiliteit en inlevingsvermogen zorgen voor verbinding

Honderden leidinggevenden werden bekend gemaakt met het vernieuwde model uit de jaren ’60 (het oude model van Hersey en Blanchard ging over taakgericht leiderschap). De kracht van het opgefriste model was toen en is nog steeds, dat je als leidinggevende in staat wordt gesteld om goed te kijken naar waar medewerkers staan in hun persoonlijke ontwikkeling en wat ze nodig hebben, zodat jij daarop (op het juiste moment) je stijl kan aanpassen. Is dat coaching, instructie of heeft de medewerker behoefte aan ondersteuning of kun je delegeren. Stijlflexibiliteit en inlevingsvermogen zijn daarbij key succesfactoren.

Stay connected!

Eind jaren ’90 was Connected Leadership echt een hype en gingen grote financiële instellingen op de voet van Emmanuel Gobillot verder en lieten het model van Blanchard of Covey links liggen. De kern van het model van managementgoeroe Gobillot vind ik krachtig, namelijk hoe je als leidinggevende samenwerkingsverbanden creëert vanuit een gedeelde visie. Hoe je zorgdraagt voor het voeren van een relevante dialoog in je organisatie, tussen medewerkers en leidinggevenden, maar ook met je klanten. Best vooruitstrevend blijkt nu, zeker het onderdeel over de formele en de ‘echte’ organisatie. Het ‘connecten’ oogde wat soft, maar was het zeker niet.

Bouwen aan communities vanuit vertrouwen

In tijden van onzekerheid en complexiteit is het des te meer uitdagend voor leidinggevenden om vanuit vertrouwen in plaats van controle leiding te geven. Om verbinding te leggen tussen de formele organisatie en die onder de waterlinie. Om adaptief en innoverend te zijn als leidinggevende zijn vijf factoren in het model van Gobillot belangrijk:
1. Richting om een geloof te creëren
2. Besluitvaardigheid om betrokkenheid te generen
3. Waarden om vertrouwen te creëren
4. Teams om resultaten te boeken
5. Verandering om verantwoordelijkheid neer te leggen waar die hoort.

Zo bouw je aan sterke communities en waardevolle sociale netwerken vanuit vertrouwen en samenwerking. Maar ja, de kans om echt te landen heeft het model in Nederland niet gehad, want enkele jaren later hoorde ik er niemand meer over. Wel over de kerneigenschappen, niet over het model an sich.

Omarm het gekozen leiderschapsmodel

Wat mij verwonderd is dat organisaties tonnen investeren in dure gelicenceerde leiderschapsprogramma’s zoals die van Covey of Blanchard en een jaar later gewoon een ander model introduceren, alsof leidinggevenden dat dan nog kunnen absorberen. Weg uniformiteit en een gemeenschappelijke taal.

Geregeld heb ik managers en learning & development specialisten dan ook geadviseerd om eens enkele jaren vast te houden aan een gekozen leiderschapsmodel. Om deze uit te diepen en er mee aan de slag te gaan in de praktijk en niet steeds te experimenteren met weer een nieuw concept. Als je als organisatie kiest voor een model, omarm het dan ook, zodat het zijn beslag kan krijgen binnen de organisatie.

Bezielend leiderschap

Waar ik leidinggevenden heb zien excelleren en echt een persoonlijke transitie heb zien doormaken, is in programma’s waar zij werden bevraagd op hun persoonlijke identiteit en waarden. Wie is jouw voorbeeld en waarom? Waar sta jij voor? Van waaruit wil jij leiding geven? Hoe wil jij betekenisvol zijn voor jezelf en voor je medewerkers? Allemaal relevante vragen en veel zinvoller dan het voorschotelen van weer een ander leiderschapsmodel.

Voor mij zit het succes in effectief leiderschap in de bezieling die je als leidinggevende kunt oproepen bij jezelf en anderen daarmee weten te besmetten. Vanzelfsprekend hoort daar ook het aanscherpen van managementvaardigheden bij, waaronder het kunnen voeren van de continue dialoog. Echter, vertrouwen als fundament en van daaruit betekenis kunnen geven aan je organisatie en deze weten te vertalen naar een authentieke leiderschapsstijl is where the magic happens!

Genoeg leiderschapsstijlen. Met genoeg succesfactoren. Voor welke kies jij?

“It’s not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent, but the one most responsive to change”.

Deze bekende uitspraak van Charles Darwin geldt ook voor de wendbare medewerker van nu.
De buzz rondom agile werken is nog niet voorbij. Waarom? Omdat snelle veranderingen in de markt, technologische ontwikkelingen, de netwerk economie en de noodzaak om te blijven innoveren aan de orde van de dag zijn. Organisaties veranderen continue en omdat de markt dynamisch blijft, verandert het werk daarmee ook. Het is zaak dat je ervoor zorgt dat je medewerkers de maalstroom van de tijd kunnen bijbenen. Dat ze regie nemen over hun eigen loopbaan en inzetbaarheid en wendbaar blijven. Kortom, agile werken it is!

Agile manier van werken. Hoe creëer je wendbare medewerkers?

Medewerkers moeten wendbaar zijn om zich aan te aan te kunnen passen aan voortdurend wijzigende omstandigheden. Hoe creëer je wendbare medewerkers? Hoe zorg je ervoor dat je medewerkers het vermogen hebben om snel en flexibel nieuwe skills te ontwikkelen zodat zij effectief wendbaar blijven? Er zijn al zoveel artikelen over geschreven en heel eerlijk denk ik weleens: “Het is een hype, het bekt lekker en in de jaren ’80 spraken we over ‘flexibele’ medewerkers en nu noemen we ze wendbaarheid of agile werken”. Het lijkt alsof we steeds opnieuw het wiel aan het uitvinden zijn. Maar weten we niet allang dat zelfregie en autonomie sleutelwoorden zijn in dit kader? Dat de wendbaarheid van nu mogelijk hetzelfde is als de flexibiliteit van toen? Hoe komt het dan dat veelal grote organisaties het maar niet lukt om de eigen verantwoordelijkheid bij hun medewerkers neer te leggen en te zorgen dat zij zelf in actie komen daar waar het nodig is?

Agile organiseren. Hoe ziet een wendbare organisatie eruit?

Wat heeft een wendbare organisatie meer of anders dan een log bedrijf? Ze zijn in staat om met behendigheid en een zekere mate van lenigheid nieuwe kansen te creëren, klanten aan zich te binden en nieuwe markten aan te boren. Ze hebben het lef om de hiërarchische structuur meer los te laten (is sowieso echt niet meer van deze tijd!) en een pizza organisatie neer te zetten waarin flexibele hubs en gelegenheidsorganisaties worden gevormd. Waar medewerkers empowered worden om zelf met oplossingen te komen voor uitdagingen. Waar een decentralisatie is doorgevoerd, medewerkers worden bevraagd en fouten gemaakt mogen worden. Ze hebben agile organiseren doorgevoerd tot in het dna.

Agile organiseren = Beyond Hierarchy

Deze agile organisaties zijn tevens in staat om leiderschap dusdanig te mobiliseren dat er goede gesprekken worden gevoerd met medewerkers, risico’s worden genomen en controle meer wordt losgelaten en bovenal vertrouwen wordt gecreëerd. Waar nieuwe verhalen worden verteld en medewerkers worden geïnspireerd in plaats van angst wordt ingeboezemd voor de toekomst. Waarin medewerkers het gevoel krijgen zelf aan het stuur te staan van hun ontwikkeling binnen of buiten het bedrijf en daar ook alle ruimte voor krijgen. Bekijk vooral dit inspirerende filmpje op YouTube van Josephine Green over Going Beyond Hierarchy.

Ook zijn wendbare organisaties bovengemiddeld bezig met het definiëren van hun identiteit blijkt uit een promotieonderzoek van Mark Nijssen rondom wendbare organisaties (2014). Organisaties die zich in meerdere mate afvragen: Waar staan wij voor? Wat is onze maatschappelijke relevantie en wat dragen we bij? Dit sorteert in een effect op medewerkers dat zij, ondanks relatieve onzekerheid toch met een trots gevoel werken voor deze bedrijven, omdat ze ergens bij willen horen wat hen inspireert en aanspreekt.

Agile werken = Veerkracht gevraagd

Daarnaast hebben deze organisaties de veerkracht om grote en/of onvoorziene veranderingen in de markt op te vangen. Klinkt logisch? En toch vraagt dat ook een set vaardigheden van medewerkers om hierin mee te gaan. Immers, bij krimp, een overname of reorganisatie is de vraag: “Kan ik mijn baan behouden?”. Als je medewerkers hebt die al langere tijd in dienst zijn, dan is de vraag of zij de flexibiliteit en veerkracht in zich hebben om met deze veranderende omstandigheden om te gaan. Hebben zij de veerkracht om agile te werken?

Sommige medewerkers hebben überhaupt moeite met veranderingen, zeker als het gevoel ontstaat grip te verliezen op de toekomst, er angst ontstaat voor het onbekende of frustraties ontstaan bij de gewijzigde situatie. Die verandering hoeft niet per se te zitten in grootschalige reorganisaties. Een andere manier van aansturing of manier van samenwerking kan al zorgen voor onrust of onzekerheid.
Dan dienen medewerkers vanuit zelfregie keuzes te maken voor hun persoonlijke mobiliteit en veerkracht. En dat is niet iedereen gegeven en ontwikkel je ook niet even met een workshopje.

Focus op toekomstgerichte vaardigheden

Wat is er voor nodig om ook de behoudende medewerker in beweging te krijgen en niet alleen de haantjes de voorste? In de eerste plaats uitstekende sociale en emotionele vaardigheden om toekomstbestendig te werken en handelen, zeker als je als medewerkers een andere richting op wilt of moet. Het vermogen om je te verdiepen in anderen, samen te werken, kennis op te doen en toe te passen is dan ook essentieel. Sociale netwerken zijn daarnaast voor medewerkers zeer belangrijk om op een professionele en flexibele wijze jezelf duurzaam inzetbaar te maken. Het is niet voor niets dat LinkedIn en andere sociale media populair zijn onder werkend Nederland.

Agile werken als medewerkers? Dan geldt wat mij betreft hetzelfde als voor de wendbare organisatie: Waar sta jij voor? Wat is jouw maatschappelijke relevantie en waar wil jij aan bijdragen? Daarmee zullen medewerkers de verbinding moeten zoeken met de organisatie waarvoor ze werken. Is er een match te maken met waar de organisatie voor staat (de purpose) en je persoonlijke drivers?

De agile organisatie. Helpende succesfactoren voor managers

Het is voor agile organisaties net zo belangrijk om in verbinding te blijven staan met hun medewerkers als andersom. Geef als leidinggevende voldoende inspiratie aan je medewerkers om hun talenten in te zetten. Daag hen uit, maak ze nieuwsgierig en geef ze de gelegenheid om zelf met initiatieven te komen. Stimuleer sociale innovatie. Leg de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie en laat medewerkers meepraten over belangrijke besluiten. Zo blijven ze langer geboeid en verbonden met je organisatie en blijven ze doorgaans ook effectief presteren in onzekere situaties.

Begeleid ze waar nodig om zichzelf te herontdekken, bijvoorbeeld door een selfassessment of een inspiratiesessie rondom ‘talentspotting’. Als je ze namelijk inzicht geeft kunnen ze anticiperen op veranderingen en weten ze sneller waar ze zich op moeten aanpassen. Help medewerkers ook om zelfverantwoordelijkheid en zelfregie te nemen door ze stevig aan de tand te voelen rondom hun persoonlijke waarden en drijfveren of populair gezegd: hun persoonlijke WHY. Van daaruit kunnen medewerkers in actie komen en zijn ze de ambassadeurs van je organisatie.

Het thema ‘Werkgeluk’ houdt me al jaren bezig. Het is een vrolijk woord, het heeft een positieve connotatie en voor mij persoonlijk essentieel om vooruit te komen. Het ontbreken van geluk in je werk heeft een weerslag op hoe je je voelt en heeft impact op van waaruit je werkt. Een andere reden waarom het thema me bezig houdt, is dat ik merk dat het onderwerp relevant wordt binnen corporates. Niet heel verrassend als blijkt dat uit vele onderzoeken zingeving, autonomie, vitaliteit (allemaal pijlers van geluk) als heel belangrijk worden ervaren door medewerkers.

Gelukkige medewerkers zijn aanzienlijk productiever, bevlogener, minder vaak ziek en trouwer aan hun werkgever dan medewerkers die niet zo gelukkig zijn op het werk. Genoeg redenen voor werkgevers én werknemers om het onderwerp ‘werkgeluk’ beet te pakken.

Het vraagt verdieping en die gaan we in de aankomende maanden brengen. Door artikelen, blogs en tot slot een whitepaper over het onderwerp.

Uitdagend en zinvol werk

Laten we eerste eens kijken naar de vraag: Wat is werkgeluk precies? En hoe word jij een gelukkige medewerker? Er zijn talloze definities te vinden en dat heeft alles te maken met het feit dat werkgeluk door veel factoren wordt bepaald: de organisatie, het werk, het team waarmee je samenwerkt, de leidinggevende, de collega’s, de werklocatie, maar ook de balans tussen werk en privé, de werkdruk, de situatie thuis, de vitaliteit en gezondheid van de medewerker, enzovoorts. Al dit soort factoren maakt of een medewerker het naar zijn zin heeft en lekker in zijn vel zit.

Volgens Jessica Pryce-Jones, auteur van ‘Happiness at work, maximizing your psychological capital for succes’ is werkgeluk een mindset die medewerkers in staat stelt hun prestaties te maximaliseren en hun potentieel te benutten. Een mindset dus en geen emotionele piekervaringen. Werkgeluk is volgens Pryce-Jones een stabiel gegeven waarbij de medewerker open staat voor (positieve) veranderingen. Werkgeluk is een hulpbron die medewerkers helpt om te gaan met moeilijke situaties en om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen werksituatie.

Wat maakt gelukkig?

Niet ieder mens is hetzelfde. De ene wordt wellicht gelukkig van een promotie of een nieuwe uitdaging, terwijl de ander vooral blij wordt van leuke en gezellige collega’s. Het vergroten van het werkgeluk is en blijft dan ook vooral maatwerk. Toch kunnen we hier wel degelijk algemene uitspraken over doen. Uit de Happiness at work survey blijkt namelijk dat werkgeluk vooral wordt veroorzaakt door vijf factoren:

  • Het stimuleren van goede onderlinge relaties op het werk;
  • Een eerlijke behandeling voor iedereen;
  • Mensen de ruimte geven hun beste eigenschappen te benutten (empowering people);
  • Medewerkers uitdagen om hun best te doen;
  • Het gevoel hebben zinvol werk te doen.

Sociale netwerken en onderlinge relaties blijken een grote invloed te hebben op het geluksgevoel van medewerkers. Leuke collega’s en een baas met wie de medewerker het goed kan vinden en die hem of haar met respect behandelt, vergroten het werkgeluk van medewerkers. Hier valt nog veel te winnen, want eenderde van de medewerkers in Nederland vindt dat de werkdruk te hoog is, slechts dertien procent van de medewerkers vindt dat hun werkgever écht het beste uit hen haalt, en slechts veertien procent beveelt de eigen werkgever aan. Dit blijkt uit de helft van de Nederlandse medewerkers, zo blijkt uit het rapport ‘Werkbeleving in Nederland 2016’ van Integron.

Mensen vinden het daarnaast belangrijk om eerlijk te worden behandeld. Ook als het gaat om beloning. Slechts een op de drie Nederlandse medewerkers vindt dat hij eerlijk wordt betaald voor zijn werk, zo blijkt uit datzelfde Happiness at work survey. Van de mensen die vinden dat ze eerlijk worden beloond, is tachtig procent gelukkig met zijn werk.

Bij de mensen die vinden dat ze niet eerlijk worden gecompenseerd is dat percentage heel wat lager: 33,5%. Geld maakt dus wel degelijk gelukkig, maar dan vooral de gepercipieerde beloning als maatstaf van waardering. Het daadwerkelijke salaris is minder relevant. Is die waardering of eerlijke beloning er niet, is niet alleen het werkgeluk lager, medewerkers hebben dan ook nog sneller de neiging om te vertrekken.

Mensen willen uitdagend en zinvol werk

Medewerkers worden er ook gelukkig van wanneer ze de ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze hun werk het beste kunnen doen. De behoefte aan autonomie is groot bij de meeste mensen. Dit blijkt ook uit de zogenaamde zelfdeterminatietheorie van Edward Deci en Richard Ryan. Deze theorie gaat ervan uit dat mensen van nature niet reactief maar proactief willen handelen. Mits hun omgeving hen daartoe uitnodigt.

Daar zit hem ook precies de uitdaging voor HR en leidinggevenden; het creëren van een werkomgeving die medewerkers stimuleert om zichzelf te zijn, hen de kans biedt zich te ontwikkelen op het werk en die hen uitdaagt. De meeste mensen houden er namelijk van om uitgedaagd te worden, zichzelf steeds weer te verbeteren en nieuwe dingen te leren. Bij voorkeur is hun werk bovendien zinvol. Want ook dat is een bepalende factor voor werkgeluk. In Nederland vindt slechts de helft van de medewerkers (49,9%) hun werk zinvol, blijkt uit de Geluk en Werkindex 2015. Ook hier valt dus nog veel te winnen.

Aan dit laatste kunnen bedrijven zelf veel doen, zo concluderen de onderzoekers. Maak het verschil, zo luidt hun advies. Bijvoorbeeld door je als organisatie te verbinden met lokale goede doelen, fondsenwervers te ondersteunen en door medewerkers uit te nodigen om zelf met ideeën te komen om de wereld om hen heen wat beter te maken. Die maatschappelijke relevantie is waar medewerkers zich graag aan verbinden.

In dit eerste blog heb ik een inleiding gegeven rondom het thema werkgeluk. In een volgend blog ga ik graag wat dieper in op hoe je je werkgeluk kan vergroten.